Jaarverantwoording 2019
portal

Paragraaf Weerstandsvermogen

Toelichting risico's Algemene Dienst

Programmabegroting 2019

Jaarrekening 2019

Inkomsten

1

Algemene uitkering
De algemene uitkering betreft een sterk schommelende en onzekere Rijksuitkering. De financiële impact van met name de mei- en septembercirculaire kunnen groot zijn voor de gemeentelijke begroting. Het gaat hierbij vooral om de volgende risico’s:

  • Risico’s die voortvloeien uit het verdeelsysteem
  • Risico’s die voortvloeien uit de accressystematiek
  • Integratie-uitkering Sociaal Domein
  • Daling Rijksuitgaven (trap op- trap af)
  • Aanpassingen maatstaven
  • Interbestuurlijk Programma (IBP)

De afgelopen jaren hebben wij als gemeente laten zien dat negatieve financiële consequenties vanuit de algemene uitkering opgevangen konden worden binnen de gemeentelijke begroting. Voor de komende jaren is het de verwachting dat het Rijk over wil gaan naar een andere wijze van verdeling van de algemene uitkering.
Voorlopig hanteren wij een afwijking van maximaal € 200.000 per jaar ten opzichte van de huidige begroting. De kans van voorkomen in zowel de mei- als de septembercirculaire is maximaal 50% per jaar.

Algemene uitkering
Voortgang/realisatie 2019
Ten opzichte van het jaar 2018 is de algemene uitkering 2019 per saldo gestegen met € 9 ton. Dit saldo is gebaseerd op een daling van het accres van ruim € 5 ton en een stijging van € 1,3 miljoen door diverse nieuwe taakmutaties en extra middelen sociaal domein. De € 1,3 miljoen is gemarkeerd en toegevoegd aan de budgetten. Het nadeel van € 5 ton dient opgevangen te worden vanuit de algemene middelen. Deze laatste daling is hoofdzakelijk veroorzaakt door een onderbesteding van het Rijk in 2018 en een lagere uitkering BTW compensatiefonds. Deze financiële afwijkingen met name vanuit de septembercirculaire 2019 konden niet meer tijdig aangepast worden in de begroting 2019.    

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Op dit moment is men bezig met de herziening van de verdeling van de algemene uitkering. De verwachting is dat de herziening zal ingaan op 1 januari 2022. De uitkomsten moeten dan worden gepubliceerd in de meicirculaire van 2021.
De positieve of negatieve  herverdeeleffecten wordt middels een ingroeipad ingevoerd. In het verleden is afgesproken dat gemeenten er niet meer dan € 15 per inwoner per jaar op achteruit mogen gaan.
Voorlopig hanteren wij een afwijking van maximaal € 600.000 per jaar ten opzichte van de huidige begroting. De kans van voorkomen in zowel de mei- als de septembercirculaire is maximaal 50% per jaar.

2

Debiteurenrisico algemeen
Het risico bestaat dat debiteuren hun rekeningen niet (tijdig) betalen. Wij sturen er in de uitvoeringspraktijk op dat dit risico waar mogelijk wordt beperkt. In 2014 hebben we het invorderingstraject verder aangescherpt. Het debiteurenrisico wordt afgedekt door de voorziening dubieuze debiteuren.  Jaarlijks wordt beoordeeld of de hoogte van de voorziening voldoende is om de bestaande risico's af te dekken (dynamische methode).

Debiteurenrisico algemeen
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 is een aantal vorderingen met een totaalbedrag van € 20.000 oninbaar verklaard. De voorziening dubieuze debiteuren moest hierdoor worden aangevuld met € 10.000 om zo het resterende debiteurenrisico af te dekken.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
We verwachten de komende jaren geen grote schommelingen in de voorziening.
Het debiteurenrisico wordt afgedekt door de voorziening dubieuze debiteuren.  Jaarlijks wordt beoordeeld of de hoogte van de voorziening voldoende is om de bestaande risico's af te dekken (dynamische methode).

3

OZB/WOZ
De kwaliteit van de  OZB/WOZ administratie wordt beoordeeld door de Waarderingskamer. Bij het onthouden van goedkeuring mogen beschikkingen niet  worden opgelegd waardoor begrote belastinginkomsten niet worden gerealiseerd.

OZB/WOZ
Voortgang/realisatie 2019
Het algemeen oordeel van de Waarderingskamer is langdurig goed (5 sterren). De beoordeling is openbaar en te raadplegen op www.waarderingskamer.nl.

Minder opbrengsten OZB 2019 voor niet-woningen als gevolg van een toegekend bezwaar tegen de WOZ-waarde waarbij ambtshalve ook over voorgaande jaren de WOZ-waarde is aangepast.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Volgens begroting

De kwaliteit van de  OZB/WOZ administratie wordt beoordeeld door de Waarderingskamer. Bij het onthouden van goedkeuring mogen beschikkingen niet  worden opgelegd waardoor begrote belastinginkomsten niet worden gerealiseerd.

4

Dividend
De dividendopbrengsten bedragen circa € 4 ton. Wij verwachten voor de komende jaren een redelijk consistent beleid van onze verbonden partijen waarbij de begrote dividenduitkering in onze begroting aan sluit bij de verwachte winstuitkeringen.

Dividend
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar hebben wij voldoende geanticipeerd op de verwachtingen van de verbonden partijen. De dividenden 2018/2019 sluiten aan bij de verwachtingen in de begroting 2019. Deze realisatie sluit aan bij het gevoerde consistent beleid van onze verbonden partijen in de afgelopen jaren.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
De verwachtingen voor de komende  lager. Voor de komende jaren is de verwachting dat Vitens en Enexis flink gaan investeren in het leidingennetwerk. In de begroting 2020 is hier nog geen rekening mee gehouden. De nieuwe inschattingen worden betrokken bij de behandeling van de Kadernota 2021 en de Zomernota 2020 van dit voorjaar.
Het financieel risico ligt op € 400.000. De kans van voorkomen wordt voorlopig ingeschat op 10%, waardoor het risico op € 40.000 uitkomt.

5

Debiteurenrisico Sociale Zaken
Voor de vorderingen van sociale zaken is een voorziening gevormd. De hoogte van de voorziening is berekend op basis van te verwachten af te boeken vorderingen gerelateerd aan het verstrijken van de wettelijke termijn van 36 maanden.

Debiteurenrisico Sociale Zaken
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 is een bedrag van € 45.000 oninbaar verklaard bij de debiteuren SoZa. De voorziening was hiervoor ruim toereikend.
Op basis van de verwachting voor de komende jaren is de voorziening (na de onttrekking van 45k) verhoogd met € 19.500.
De voorziening is hierdoor weer toereikend om de af te boeken vorderingen op te vangen.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Voor de vorderingen van sociale zaken is een voorziening gevormd. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks opnieuw bepaald op basis van te verwachten af te boeken vorderingen gerelateerd aan het verstrijken van de wettelijke termijn van 36 maanden.

Financiering

6

Garantstellingen en gewaarborgde geldleningen
Leningen of garanties worden uitsluitend verstrekt aan door uw raad goedgekeurde partijen. Om de kredietrisico’s te beheersen kunnen zekerheden of garanties worden verlangd van de debiteuren. Onze gemeente heeft de volgende garantstellingen uitstaan: Particulier €  1,0 miljoen en Niet particulier € 26,5 miljoen (woningcorporatie). De particuliere garantstellingen en gewaarborgde geldleningen betreffen leningen met een hypothecair onderpand. Het risico voor deze garantstellingen en geldleningen is daarmee nihil. Onze gemeente is met betrekking tot de niet-particuliere garantstellingen de tertiaire zekerheid (50% risico gemeente) waar het gaat om het verstrekken van leningen aan woningbouwcorporaties. De primaire en secundaire zekerheden zijn zodanig ingericht, dat tegenvallers goed kunnen worden opvangen.

Garantstellingen en gewaarborgde geldleningen
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar zijn de garantstellingen flink afgenomen. Deze ontwikkeling past binnen de trend van de afgelopen jaren, waarbij veel particulieren en woningcoöperaties er voor hebben gekozen om leningen af te lossen. Wij verwachten voorlopig dat deze trend zich gaat doorzetten.  

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Leningen of garanties worden uitsluitend verstrekt aan door de raad goedgekeurde partijen. Om de kredietrisico’s te beheersen kunnen zekerheden of garanties worden verlangd van de debiteuren. Onze gemeente heeft de volgende garantstellingen uitstaan: Particulier €  0,8 miljoen en Niet particulier € 22,9 miljoen (woningcorporatie). De particuliere garantstellingen en gewaarborgde geldleningen betreffen leningen met een hypothecair onderpand. Het risico voor deze garantstellingen en geldleningen is daarmee nihil. Onze gemeente is met betrekking tot de niet-particuliere garantstellingen de tertiaire zekerheid (50% risico gemeente) waar het gaat om het verstrekken van leningen aan woningbouwcorporaties. De primaire en secundaire zekerheden zijn zodanig ingericht, dat tegenvallers goed kunnen worden opvangen.

7

Leningen aan personeel
Tot 1 januari 2009 zijn, als onderdeel van de secundaire arbeidsvoorwaarden, hypotheken aan personeel verstrekt. Het risico dat hypotheeknemers niet aan hun verplichtingen voldoen is praktisch nihil, omdat tegenover deze leningen een hypothecair onderpand staat.

Leningen aan personeel
Voortgang/realisatie 2019
Het aantal leningen is gedaald van 26 in 2009 tot 10 in 2020 en de restantschuld bedroeg op 31 december 2019 ruim € 900.000 tegen ruim € 2.300.000 in 2009. De daling van het aantal leningen is te verklaren door het aflossen ervan vanwege beëindigen van de looptijd en/of het oversluiten van de hypotheek naar de markt. Dit laatste uiteraard vanwege de lage rentestand van dit moment.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Het risico dat hypotheeknemers niet aan hun verplichtingen voldoen is praktisch nihil, omdat tegenover deze leningen een hypothecair onderpand staat.
De relatief lage restschuld per verstrekte lening maakt dat het risico al erg laag is. In combinatie met het feit dat er een onderpand tegenover elke lening staat, maakt verdere risicobeheersing overbodig.

Verbonden partijen

8

Enexis
De aandelen van Enexis staan voor € 5.500 op onze balans. Momenteel zijn er geen indicaties voor negatieve exploitaties of faillissementen van de voormalige Essent-bedrijven. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0.06% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren.  

Wadinko
Aandeelhouders zijn de provincie Overijssel en gemeenten in Overijssel, de Noordoostpolder en Zuid-West Drenthe. Onze gemeente bezit 83 van de in totaal 2.389 geplaatste aandelen (3.47%). Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 3.47% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De totale balanswaarde van Wadinko bedraagt ongeveer € 67.1 miljoen. De afgelopen jaren maakte Wadinko volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

Vitens N.V.
Onze gemeente bezit 38.453 aandelen. Dat is 0.66% van de uitstaande aandelen. Op 31 december 2017 bedroeg het eigen vermogen € 534 miljoen en het vreemd vermogen € 1.200 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0,66% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte Vitens volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

Rendo
Onze gemeente bezit 18 van de 991 aandelen. De totale balanswaarde bedraagt    € 70 miljoen (balans 1 januari 2017). Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 1.8% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte Rendo volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

N.V. ROVA Gemeenten
N.V. ROVA Holding heeft 10.858 uitstaande aandelen A, B en C. Onze gemeente bezit 302 aandelen A. Dit is 4.29% van het uitstaande aandelenkapitaal A. De totale balanswaarde bedraagt € 83 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 4.29% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte ROVA volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

N.V. Bank Nederlands Gemeenten (BNG)
Onze gemeente bezit 23.712 aandelen BNG. Dit is 0.04% van de uitstaande aandelen. De totale balanswaarde bedraagt € 140,0 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0.04% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte BNG volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

Enexis
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 bedroeg het werkpakket van Enexis Netbeheer maar liefst € 804 miljoen voor het vernieuwen en onderhouden van het energienet, zo blijkt uit het vandaag gepubliceerde jaarverslag. De energietransitie gaat onverminderd door, waardoor het werkpakket van het netwerkbedrijf in 2020 verder oploopt tot een recordbedrag van € 878 miljoen. Dit is een stijging van bijna 50% ten opzichte van 2015. Het uitvoeren van het toenemende werkpakket in combinatie met het tekort aan technisch personeel, vormt een uitdaging voor Enexis Groep. Net als in 2019 focust de netbeheerder in 2020 op een viertal prioriteiten. Hierdoor wordt slim en efficiënt gewerkt en is ook het uitvoeren van het werkpakket voor 2020 haalbaar.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Het voornemen van Enexis is dat zij € 500 miljoen willen gaan lenen en dit willen gaan investeren in allerlei projecten. Bij een verdeling over alle aandeelhouders zou onze gemeente (0,0648% van € 500 miljoen) = € 324.000 participeren in de nieuwe aan te trekken lening. In hoeverre dit van invloed is op het dividend voor de komende jaren is moeilijk inschatten.

Wadinko
Voortgang/realisatie 2019
In 2018 hebben is meer dan 13 miljoen euro risicokapitaal verstrekt aan bedrijven in het werkgebied van Wadinko. Een fors bedrag dat vergelijkbaar is met de investeringen in 2017. Daarbij nam de totale werkgelegenheid bij de 25 participaties toe tot ruim 3.700 mensen. Voor het jaar 2019 wordt een omzetgroei van ruim 9% verwacht, waarmee de participaties nog volop profiteren van de huidige economische groei.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Aandeelhouders zijn de provincie Overijssel en gemeenten in Overijssel, de Noordoostpolder en Zuid-West Drenthe. Onze gemeente bezit 83 van de in totaal 2.389 geplaatste aandelen (3.47%). Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 3.47% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De totale balanswaarde van Wadinko bedraagt ongeveer € 67.1 miljoen. De afgelopen jaren maakte Wadinko volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

Vitens NV
Voortgang/realisatie 2019
Geen wijziging, zie paragraaf Verbonden partijen

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Onze gemeente bezit 38.453 aandelen. Dat is 0.66% van de uitstaande aandelen. Op 31 december 2017 bedroeg het eigen vermogen € 534 miljoen en het vreemd vermogen € 1.200 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0,66% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte Vitens volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

Rendo
Voortgang/realisatie 2019
Geen wijziging, zie paragraaf Verbonden partijen

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Onze gemeente bezit 18 van de 991 aandelen. De totale balanswaarde bedraagt    € 70 miljoen (balans 1 januari 2017). Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 1.8% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte Rendo volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

ROVA
Voortgang/realisatie 2019
Geen wijziging, zie paragraaf Verbonden partijen

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
N.V. ROVA Holding heeft 10.858 uitstaande aandelen A, B en C. Onze gemeente bezit 302 aandelen A. Dit is 4.29% van het uitstaande aandelenkapitaal A. De totale balanswaarde bedraagt € 83 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 4.29% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte ROVA volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

BNG
Voortgang/realisatie 2019
Geen wijziging, zie paragraaf Verbonden partijen

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Onze gemeente bezit 23.712 aandelen BNG. Dit is 0.04% van de uitstaande aandelen. De totale balanswaarde bedraagt € 140,0 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0.04% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte BNG volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

9

Gemeenschappelijke regelingen
Veiligheidsregio
Met ingang van 1 januari 2014 zijn de brandweerkorpsen in de regio IJsselland als één organisatie verder gegaan. Onze gemeente draagt hieraan jaarlijks een bedrag van ongeveer € 1,6 miljoen bij. Op dit moment is het eigen vermogen van de nieuwe brandweerorganisatie niet voldoende toereikend om de risico’s te kunnen afdekken. Onze gemeente heeft een aandeel van bijna 5% in de totale gemeentelijke bijdragen aan de regio. Uitgaande van een voorlopige risico van € 3 miljoen en een kans van voorkomen van 30% houden we rekening met een risico van € 45.000.

GGD
De deelnemende gemeenten hebben hun samenwerking vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling, de 'statuten' van de GGD. Zwartewaterland neemt deel in het bestuur. Onze jaarlijkse bijdrage aan de GGD is € 887.000, 4,3% aandeel in de totale gemeentelijke bijdragen aan de regio. De totale netto risico binnen de GGD zijn gekwantificeerd op € 0,5 miljoen en voldoende afgedekt door beheersingsmaatregelen en financiële middelen. Het risico GGD is dus nihil.   

BVO
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat de bedrijfsvoerings-organisatie ten allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. In deze beginjaren zijn de kosten niet allemaal te voorspellen en derhalve is dit een onzekerheid. De begroting van de bedrijfsvoeringsorganisatie is beperkt tot programma- en exploitatiekosten. De genoemde risico's hierbij:

  • Mogelijk noodzakelijke extra menskracht als het declaratiesysteem niet volledig werkt in de matching van facturen.

Mogelijk noodzakelijke extra menskracht bij inkoop en contractmanagement als het relatiebeheer moeizamer verloopt en contractafspraken niet nageleefd worden.

De afgelopen jaren betroffen de eerste ontwikkelingsjaren van deze gemeenschappelijke regeling. De afwijking tussen de begrote en gerealiseerde  exploitatiekosten zijn in deze jaren minimaal (gemiddeld 3% afwijking). Daarmee schatten wij het risico van de BVO voor het komend jaar rond een kleine € 30.000.

Omgevingsdienst IJsselland
De Omgevingsdienst heeft op dit moment nog geen duidelijke analyse gemaakt van mogelijke organisatierisico’s. De verwachting is dat dit in 2019 wordt opgepakt middels een nota weerstandsvermogen en risicomanagement. De betaling door de deelnemende gemeenten is vooralsnog gekoppeld aan de ingebrachte taken en medewerkers; inputfinanciering. Vanaf het begrotingsjaar 2020 wordt gefaseerd
overgegaan op outputfinanciering. Vanuit een eerste analyse bij de oprichting van deze GR zijn de volgende risico’s wel benoemd.

  • Begroting, deze was mede gebaseerd op de ervaringen van diverse andere Omgevingsdiensten.
  • Inputfinanciering loonkosten, de inputfinanciering is zodanig dat de Omgevingsdienst geen financiële risico’s loopt bij de overname van personeel.

Op dit moment zijn de genoemde risico’s niet te kwantificeren.

Gemeenschappelijke regeling
Veiligheidsregio
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar hebben zich geen onverwachte zaken voorgedaan binnen de Veiligheidsregio die niet binnen de exploitatie 2019 opgevangen konden worden.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Het afgelopen jaar is vanuit de EU bepaalt dat de brandweervrijwilligers in vaste dienst genomen dienen te worden. Dit betreft een mogelijke extra risico van € 1,5 miljoen. Onze gemeente heeft een aandeel van bijna 5% in de totale gemeentelijke bijdragen aan de regio. Uitgaande van een voorlopige risico van € 3 miljoen en een kans van voorkomen van 30% houden we rekening met een risico van € 45.000.

GGD
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar hebben zich geen onverwachte zaken voorgedaan binnen de Veiligheidsregio die niet binnen de exploitatie 2019 opgevangen konden worden.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
De totale netto risico binnen de GGD zijn gekwantificeerd op € 0,45 miljoen en voldoende afgedekt door beheersingsmaatregelen en financiële middelen. Het risico GGD is dus nihil.   

RSJ
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar zijn de activiteiten rondom de facturatie succesvol bij de regiogemeenten neergelegd. Het RSJ concentreert zich nu alleen op
1.Inkoop
2.Contractmanagement
3.Monitoring
4.Beperkte (Financiële) administratie
5.Regionale inhoudelijke thema’s
De begroting is hiervoor ook neerwaarts bijgesteld tot een bedrag van € 1,86 miljoen per jaar. De RSJ tracht het komend jaar de inhuur van externe capaciteit te beperken en om te zetten naar vaste medewerkers.
De begroting van de bedrijfsvoeringsorganisatie is beperkt tot programma- en exploitatiekosten. De genoemde risico's hierbij:

  • Mogelijk noodzakelijke extra menskracht met betrekking tot de aansturing en begeleiding van regionale projecten en -werkgroepen
  • Mogelijk noodzakelijke extra menskracht bij inkoop en contractmanagement als het relatiebeheer moeizamer verloopt en contractafspraken niet nageleefd worden.

De afgelopen jaren betroffen de eerste ontwikkelingsjaren van deze gemeenschappelijke regeling. De afwijking tussen de begrote en gerealiseerde  exploitatiekosten zijn in deze jaren minimaal (gemiddeld 3% afwijking).

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Het RSJ IJsselland heeft geen risicomanagement. Er wordt wel jaarlijks een inschatting gemaakt van de risico’s en de mitigerende maatregelen.  De volgende risico’s worden gesignaleerd:

Gezien de risico’s, de mitigerende maatregelen en de huidige bijdrageregeling is het niet nodig om een eigen weerstandsvermogen op te bouwen binnen het RSJ IJsselland. In de huidige begroting is ook een post voor onvoorziene uitgaven opgenomen (circa € 100.000) om de nodige budgetflexibiliteit in te bouwen.
Als gemeente Zwartewaterland zijn wij voor 3,9% verantwoordelijk voor het financiële risico, dit is vrij beperkt. Wij houden echter rekening met een risico van € 30.000 per jaar.

Omgevingsdienst
Voortgang/realisatie 2019
Er zijn in 2019 diverse uitdagingen geweest op het gebied van de ICT. We hebben de volgende belangrijke stappen gezet.
• De datakwaliteit is verbeterd door op verschillende gebieden validatie
uit te voeren met externe bronnen. Dit heeft het onder meer
mogelijk gemaakt om de toezichtplanning geautomatiseerd te laten
uitvoeren.
• We hebben het initiatief genomen om tot een regionale samenwerking
te komen op het gebied van beheer en ontwikkeling van IJVI. Er is
inmiddels een goed functionerende governance-organisatie waarbinnen
alle deelnemers zijn vertegenwoordigd.
• We hebben stappen gezet om IJVI op te waarderen naar de nieuwste
versie. Op basis van de bevindingen is besloten om deze uit te stellen
tot het moment dat deze versie meer volwassen is.
• De vastlegging van de processen voor VTH en advies is in 2020
voor een groot deel afgerond, we zijn begonnen met optimalisatie en
harmonisatie die tot efficiënter werken en een betere beheersbaarheid
en proceskwaliteit zal leiden.
• In 2019 zijn we begonnen met tijdregistratie in IJVI. Omdat IJVI op
termijn deze functionaliteit niet zal bieden, startten we een project om
TimeTell als taakspecifieke applicatie in te voeren. Dit project wordt
begin 2020 afgerond.
• De doelstelling om IJVI te koppelen met de archiefsystemen van
partners is voor een deel gehaald. Voor enkele partners is of wordt deze
nu gerealiseerd, maar in op één na alle gevallen is er slechts sprake
van een eenzijdige koppeling. OD IJsselland heeft geen toegang vanuit
IJVI tot archiefstukken. Met partners wordt nog overlegd om deze situatie op zo kort mogelijk termijn te verbeteren

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
De Omgevingsdienst heeft op dit moment nog geen duidelijke analyse gemaakt van mogelijke organisatierisico’s. De verwachting is dat dit in 2020 is opgepakt middels een nota weerstandsvermogen en risicomanagement. De betaling door de deelnemende gemeenten is vooralsnog gekoppeld aan de ingebrachte taken en medewerkers; inputfinanciering. Vanaf het begrotingsjaar 2020 wordt gefaseerd overgegaan op outputfinanciering. Vanuit een eerste analyse bij de oprichting van deze GR zijn de volgende risico’s wel benoemd.

  • Begroting, deze was mede gebaseerd op de ervaringen van diverse andere Omgevingsdiensten.
  • Inputfinanciering loonkosten, de inputfinanciering is zodanig dat de Omgevingsdienst geen financiële risico’s loopt bij de overname van personeel.

De omgevingsdienst schat op dit moment de hoogte van de geïnventariseerde risico's in op € 311.000. Uitgaande van het aandeel van deze gemeente in deze organisatie van 6% betekent dit voor gemeente Zwartewaterland een risico van € 19.000. Wij schatten dit risico hoog in (50%) mede omdat het een nieuwe organisatie is.

Bedrijfsvoering

10

Onverzekerde risico’s
De afgelopen jaren kwam het nauwelijks voor dat niet geraamde claims van extern en intern personeel inzake werkzaamheden en activiteiten ten behoeve van onze gemeente werden ingediend. Ingediende claims bleven financieel beperkt en konden binnen de lopende exploitatie begroting opgevangen worden.    

Onverzekerde risico’s
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar hebben zich geen onverwachte risico's voorgedaan, die niet binnen de exploitatie 2019 opgevangen konden worden.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Zie toelichting begroting 2019

11

Personeel  
Bij arbeidsongeschiktheid van medewerkers ontvangt onze gemeente de eerste twee jaar geen tegemoetkoming in de ziektekosten. Dit betreft een financieel risico. Na een periode van twee jaar ziekte en bij afkeuring voor minimaal 35%, heeft de  medewerker recht op een WGA uitkering. Doordat de gemeente eigenrisicodrager is voor de WGA is dit risico herverzekerd. Gedurende de eerste 2 jaar komt ziektevervanging voor rekening van de gemeente. Een deel van dit risico kan opgevangen worden binnen de personeelsbegroting. Voor leden van het college van burgemeester en wethouders is het risico van arbeidsongeschiktheid en ontslag niet verzekerd. In dat geval vindt doorbetaling van de salariskosten plaats tot aan het moment van herstelmelding, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, vinden van (vervangend) werk of overlijden.

Personeel
Voortgang/realisatie 2019
Bij arbeidsongeschiktheid van medewerkers ontvangt onze gemeente de eerste twee jaar geen tegemoetkoming in de ziektekosten. Dit betreft een financieel risico. Na een periode van twee jaar ziekte en bij afkeuring voor minimaal 35%, heeft de  medewerker recht op een WGA uitkering. Doordat de gemeente eigenrisicodrager is voor de WGA is dit risico herverzekerd. Gedurende de eerste 2 jaar komt ziektevervanging voor rekening van de gemeente. Een deel van dit risico kan opgevangen worden binnen de personeelsbegroting. Voor leden van het college van burgemeester en wethouders is het risico van arbeidsongeschiktheid en ontslag niet verzekerd. In dat geval vindt doorbetaling van de salariskosten plaats tot aan het moment van herstelmelding, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, vinden van (vervangend) werk of overlijden.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
De premie is dermate hoog dat bij niet verzekeren (en het risico doet zich wel voor) de kosten waarschijnlijk lager zijn dan de jaarlijkse premiebedragen. De overweging is nu om dit niet meer te verzekeren.
Tot die tijd gaan we uit van een totale risico van € 200.000. Uitgaande van een kans van voorkomen van 30% komt het totale risico op € 60.000.

12

Procesbeheersing
Aan de beheersing van processen, het “in control zijn” van de organisatie worden steeds hogere eisen gesteld. Procesbeheersing is niet langer een kunstje waarin voor de accountant moet worden aangetoond dat rechtmatig is gehandeld. Door de toegenomen eisen aan (digitale) informatiebeveiliging (Collegeverklaring in het kader van ENSIA en privacy van persoonsgegevens op grond van de AVG), tezamen met de van oudsher aanwezige noodzaak om het risico op bewuste en onbewuste fouten in processen tegen te gaan waar ook veel financiële middelen in omgaan is adequate en kwalitatief goede procesbeheersing een prioriteit van de organisatie zelf. Om de toegenomen kwaliteitseisen op dit gebied het hoofd te kunnen bieden en in te spelen op het “in control statement” dat het college moet gaan afgeven bij de jaarrekening wordt op het gebied van de “Verbijzonderde Interne Controle” (VIC) samengewerkt tussen gemeenten Meppel, Staphorst, Steenwijkerland, Westerveld en Zwartewaterland. Doelstelling is om met ingang van 2019 de hele interne controle gezamenlijk uit te voeren. Alle hoofdprocessen zijn doorgelicht en gescreend op risico's.  Waar nodig zijn beheersmaatregelen getroffen. Op basis van het controleplan worden bij de interne controle de belangrijkste werkprocessen getoetst op rechtmatigheid en doelmatigheid.  

Procesbeheersing
Voortgang/realisatie 2019
Aan de beheersing van processen, het “in control zijn” van de organisatie worden steeds hogere eisen gesteld. Procesbeheersing is niet langer een kunstje waarin voor de accountant moet worden aangetoond dat rechtmatig is gehandeld. Door de toegenomen eisen aan (digitale) informatiebeveiliging (Collegeverklaring in het kader van ENSIA en privacy van persoonsgegevens op grond van de AVG), tezamen met de van oudsher aanwezige noodzaak om het risico op bewuste en onbewuste fouten in processen tegen te gaan waar ook veel financiële middelen in omgaan is adequate en kwalitatief goede procesbeheersing een prioriteit van de organisatie zelf. Om de toegenomen kwaliteitseisen op dit gebied het hoofd te kunnen bieden en in te spelen op het “in control statement” dat het college moet gaan afgeven bij de jaarrekening wordt op het gebied van de “Verbijzonderde Interne Controle” (VIC) samengewerkt tussen de gemeenten Meppel, Steenwijkerland, Westerveld en Zwartewaterland. Alle hoofdprocessen met een financiële component zijn doorgelicht en gescreend op risico's.  Waar nodig zijn beheersmaatregelen getroffen. Op basis van het controleplan worden bij de interne controle de belangrijkste werkprocessen getoetst op rechtmatigheid en doelmatigheid.  

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Zie tekst hiervoor. Doelstelling is om per 1 september 2020 de VIC-pool operationeel te hebben met vaste “eigen” capaciteit.

13

Imagorisico
Gemeenten kunnen een imago of politiek risico lopen bij bijvoorbeeld nieuwe wetgeving of bij het niet behalen van doelstellingen. Imagorisico kan ontstaan door het onjuist of onduidelijk verstrekken van informatie aan burgers of het niet nakomen van bestuurlijke afspraken. De reputatie en integriteit kunnen dan onderwerp van discussie worden. Imagoschade kan worden beperkt door gerichte, adequate en snelle communicatie. De gemeente werkt aan het optimaliseren van het communicatieproces om de kans op imagoschade zoveel mogelijk te beperken.
Beveiligingsincidenten brengen voor gemeenten het risico op imago- en financiële schade met zich mee. De politieke consequenties kunnen enorm zijn. Wat de eventuele financiële consequenties voor de gemeente kunnen zijn, is moeilijk in te schatten.

Imagorisico
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 konden de inwoners rekenen op een eerlijke en transparante overheid. We werken met duidelijke communicatie-en verantwoordingslijnen tussen de raad, het college, de medewerkers en de samenleving om de kans op imagoschade zo klein mogelijk te maken. Deze manier van werken zetten we voort in 2020. Hierbij is er bijzondere aandacht voor het monitoren van de social media.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Zie toelichting begroting 2019

14

Organisatierisico
Bij het bepalen van het organisatierisico gaat het vooral over de vraag of de gemeente Zwartewaterland in het geheel haar taken aankan en de medewerkers hier goed op zijn toegerust. Door de huidige arbeidsmarktontwikkeling moeten wij meer inspanning doen om de juiste kandidaten te vinden voor functies.
De transformatie in het sociale domein, de implementatie van de Omgevingswet en de digitalisering vergen met name een doorontwikkeling van de organisatie op rolneming en werkwijze.
De risico’s die uit de hiervoor genoemde veranderingen voort kunnen vloeien, worden beperkt door het in gang zetten van persoonlijke en gezamenlijke ontwikkelplannen en opleidingen, het strategisch HR-beleid, het afstemmen van de politieke ambities van de gemeenteraad met de capaciteit van het ambtelijke apparaat en het beschrijven en controleren van werkprocessen.

Bij het organisatierisico zijn zowel kans als financieel gevolg niet te kwantificeren. Bij de taakuitoefening vindt telkens de afweging plaats of de organisatierisico’s eigenstandig kunnen worden opgelost of dat  deze beter kunnen worden beheerst door het aangaan van samenwerkingen met andere overheden.

Organisatierisico
Voortgang/realisatie 2019
Bij het bepalen van het organisatierisico gaat het vooral over de vraag of de gemeente Zwartewaterland in het geheel haar taken aankan en de medewerkers hier goed op zijn toegerust. Door de huidige arbeidsmarktontwikkeling moeten wij meer inspanning doen om de juiste kandidaten te vinden voor functies.
De transformatie in het sociale domein, de implementatie van de Omgevingswet, de regionalisering van complexe opgaven met beleidsinhoudelijke afwegingen en de digitalisering vergen met name een doorontwikkeling van de organisatie op rolneming en werkwijze.
De risico’s die uit de hiervoor genoemde veranderingen voort kunnen vloeien,  worden beperkt door  het opstellen van plannen van  aanpak om nieuwe eisen in wet- en regelgeving  en nieuwe ontwikkelingen te implementeren, ambtelijke en bestuurlijke participatie in regionale afstemmingsoverleggen, persoonlijke en gezamenlijke ontwikkelplannen en opleidingen, het strategisch HR-beleid, het afstemmen van de politieke ambities van de gemeenteraad met de capaciteit van het ambtelijke apparaat onder andere via eenheidsplannen en het beschrijven en controleren van werkprocessen.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Zie toelichting begroting 2019

Open eind regelingen

15

Participatiewet
Voor 2019 en verdere jaren is het zeer lastig om te voorspellen wat de verwachting van het aantal uitkeringsgerechtigden ten opzichte van 2018 zal zijn. De afgelopen jaren hebben wij een flinke toename gezien van het aantal uitkeringsgerechtigden wat vooral het gevolg is van de instroom van statushouders en jongeren. Voor Zwartewaterland geldt de afgelopen jaren dat de inkomsten veel lager liggen dan de uitgaven. Op basis van het landelijke rekensystematiek (t-1 en objectief) heeft de gemeente een financieel risico van 7,5 tot 10% van de totale BUIG inkomsten op het BUIG tekort in een jaar, de rest kan de gemeente via de Vangnetregeling compenseren. Gemeente Zwartewaterland heeft in 2017 het reïntegratiebeleid aangepast, waarbij jaarlijks een daling van het aantal uitkeringsgerechtigden van 5% als doelstelling is vastgesteld. De verwachting is dat deze doelstelling de komende jaren een positieve bijdrage zal leveren aan een verdere verlaging van het gemeentelijk risico. Bij de prognoses gaan we voorlopig uit van een risico van ruim   € 3 ton zal leiden.     
De integratie-uitkering Participatiewet wordt ieder jaar gemiddeld € 35.000 naar beneden bijgesteld. Deze daling dient binnen het participatiebudget opgevangen te worden. Dit wordt een steeds groter risico, omdat de uitstroom van deze doelgroep achter blijft bij de landelijke prognoses. De begroting Participatiewet is en blijft een financieel risico voor de komende jaren.
Wanneer er geen positieve resultaten op de overige beleidsclusters binnen het Sociaal Domein behaald zijn, is de reserve Sociaal Domein beschikbaar om deze tegenvallers eventueel op te vangen.

Participatiewet
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 was er sprake van een redelijke stabilisatie van het uitkeringenbestand. Financieel betekende dit nog wel voor Zwartewaterland dat de inkomsten veel lager liggen dan de uitgaven. Op basis van het landelijke rekensystematiek (t-1 en objectief) heeft de gemeente een financieel risico van 10% van de totale BUIG inkomsten op het BUIG tekort in een jaar, de rest kan de gemeente via de Vangnetregeling compenseren. In 2019 lagen de uitgaven ongeveer € 3 ton boven de inkomsten. Het komend half jaar zal worden doorgerekend of gemeente Zwartewaterland in aanmerking komt voor een vangnetuitkering en het afgelopen jaar voldoende inzet namens de gemeente heeft plaatsgevonden om een daling van het aantal uitkeringen te bewerkstelligen of de kosten te reduceren.   
De daling van de uitstroom van SW-ers loopt niet helemaal in lijn met de verwachte daling vanuit het Rijk. Voor 2019 constateren wij daarom een tekort op het budget sociale werkvoorziening. Dit tekort wordt opgevangen binnen de begroting Participatiewet 2019.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
 Omdat de verstrekkingen binnen de Participatiewet vallen onder de open-eindregelingen van de gemeente loop je altijd risico. Een stijging van de instroom en daarmee werkaanbod wordt vaak pas in latere jaren gecompenseerd. Wij schatten op dit moment in (mede op basis van de lokale rapportages) dat wij binnen de Participatiewet een totaal financieel risico lopen van € 100.000 per jaar, waarvan wij verwachten dat het de kans is dat deze maximaal 1x in de 2 jaar zal kunnen voorkomen.

16

WMO
De ontwikkeling van het Wmo-budget laat zich lastig voorspellen omdat sprake is van een open einde financiering. In die zin bestaat altijd het risico van een schommeling in het aantal aanvragen of een onverwachte grote uitgave voor bijvoorbeeld een woningaanpassing. Om de risico’s te beperken volgen wij de uitgaven op Wmo-gebied periodiek en maken op basis daarvan voorspellingen. Indien nodig, kan het beleid worden aangepast. Per kwartaal worden dashboards gemaakt voor uw raad waarin melding wordt gedaan van de financiële voortgang. In principe hanteert de gemeente Zwartewaterland binnen het Sociaal Domein het beleid dat de uitvoering en de rijksmiddelen budgettair integraal in evenwicht dienen te zijn.
Het Kabinet is voornemens een nieuwe methodiek van eigen bijdrage voor de Wmo in te voeren per 2020 (‘netflix-tarief’). In 2019 wordt een tussenvorm ingevoerd. Dit leidt in ieder geval tot minder inkomsten (minder eigen bijdrage), maar leidt in ieder geval tot veel meer aanvragen en daardoor ook tot meer toekenningen. Dit leidt tot extra uitgaven.
Met ingang 1 januari 2020 wordt beschermd wonen/maatschappelijk opvang door gedecentraliseerd naar gemeenten, waardoor gemeenten beleidsmatig en financieel verantwoordelijk zijn voor deze taak. Het landelijk budget is ongeveer € 2,3 miljard wat voor deze gemeente betekent dat het om een bedrag van € 2 miljoen gaat.De risicoreserve van Beschermd wonen die door de gemeente Zwolle is gevormd zal een lagere risicostatus krijgen per 2018. Dit betekent voor ons een extra inkomst. Maar kan leiden in de toekomst tot een bijbetaling voor beschermd wonen. De kans daarop achten wij minimaal. Overigens is het Kabinet voornemens Beschermd Wonen per 2021 door te decentraliseren. Alsdan neemt het risicogehalte voor de Wmo ook toe. Het percentage is daarom per 2021 aangepast.

Wmo
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar constateren wij dat de impact van het abonnementstarief een beperkte invloed heeft gehad op onze exploitatiebegroting. Ondanks het feit dat wij een hogere instroom hadden verwacht en hiermee gepaard gaande hogere kosten, zien wij dat wij de kosten konden opvangen binnen de Wmo begroting 2019. Het risico bleek beperkt.
Ook voor beschermd wonen zagen wij het afgelopen jaar een extra bijdrage vanuit de centrum gemeente Zwolle. Deze extra bijdrage maakt onderdeel uit van de exploitatie 2019, waarbij gesteld is dat de meer ontvangen middelen sociaal domein breed per saldo worden toegevoegd aan de reserve sociaal domein. Mogelijk dat deze reserve toekomstige tekorten hieromtrent kan afdekken.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
De ontwikkeling van het Wmo-budget laat zich lastig voorspellen omdat sprake is van een open einde financiering. In die zin bestaat altijd het risico van een schommeling in het aantal aanvragen of een onverwachte grote uitgave voor bijvoorbeeld een woningaanpassing. Om de risico’s te beperken volgen wij de uitgaven op Wmo-gebied periodiek en maken op basis daarvan voorspellingen. Indien nodig, kan het beleid worden aangepast. Per kwartaal worden dashboards gemaakt voor de raad waarin melding wordt gedaan van de financiële voortgang. In principe hanteert de gemeente Zwartewaterland binnen het Sociaal Domein het beleid dat de uitvoering en de rijksmiddelen budgettair integraal in evenwicht dienen te zijn.
Het Kabinet is voornemens een nieuwe methodiek van eigen bijdrage voor de Wmo in te voeren per 2020 (‘abonnementstarief’). In 2019 werd reeds een tussenvorm ingevoerd. Dit leidt in ieder geval tot minder inkomsten (minder eigen bijdrage), maar leidt in ieder geval tot veel meer aanvragen en daardoor ook tot meer toekenningen. Dit leidt tot extra uitgaven.
Met ingang 1 januari 2020 wordt beschermd wonen/maatschappelijk opvang door gedecentraliseerd naar gemeenten, waardoor gemeenten beleidsmatig en financieel verantwoordelijk zijn voor deze taak. Het landelijk budget is ongeveer € 2,3 miljard wat voor deze gemeente betekent dat het om een bedrag van € 2 miljoen gaat. De risicoreserve van Beschermd wonen die door de gemeente Zwolle is gevormd zal een lagere risicostatus krijgen. Dit betekent voor ons een extra inkomst. Maar kan in de toekomst leiden tot een bijbetaling voor beschermd wonen. De kans daarop achten wij minimaal. Overigens is het Kabinet voornemens Beschermd Wonen per 2021 door te decentraliseren. Alsdan neemt het risicogehalte voor de Wmo ook toe. Het percentage is daarom per 2021 aangepast.
Het totale risico wordt ingeschat op een bedrag van € 300.000. Met een kans van voorkomen van 30% gaan we uit van een financieel risico van € 90.000.

17

Jeugdhulp
De tweedelijns jeugdhulp (waar een beschikking voor nodig is) wordt door de RSJ (Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland) namens nog 10 andere gemeenten, ingekocht. Per 1 januari 2017 is de verevening (die gold over de jaren 2015 & 2016) afgeschaft en zijn wij als gemeente financieel verantwoordelijk voor onze eigen kosten ten aanzien van de ingezette jeugdhulp. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Door de uitputting van de afgelopen jaren verwachten wij dat dit financiële risico in het jaar 2019 uitkomt op € 400.000. Een eventueel tekort kan worden opgevangen door de reserve Sociaal Domein.

Jeugdhulp
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar bleek het financieel risico voor de uitgaven Jeugdzorg realiteit. Wij zien een stijgende uitgave patroon wat in een belangrijke mate wordt veroorzaakt van een licht stijgende aantal aanvragers als gemiddelde kosten. Daarnaast hebben wij als gemeente te maken met enkele dure voorzieningen voor een klein aantal cliënten, die via de kinderrechter en jeugdbescherming aan ons als gemeente zijn opgelegd. Hier hebben wij als gemeente beperkte invloed op.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Op dit moment zijn wij actief met het verder professionaliseren van onze lokale toegang, administratie (front- en backoffice) en de monitoring waarmee wij ons inzicht in de lokale jeugdhulp verder willen vergroten om daarmee onze beïnvloedingsmogelijkheden te vergroten. De verwachting is echter dat dit tijd nodig heeft, omdat wij hiervoor meer data, kennis en ervaring voor nodig hebben net als andere gemeenten in Nederland. Wij proberen te leren van (de best-practices van) andere gemeenten, die verder zijn dan ons. Het komend jaar zetten wij ons verder in om onze inzicht en beïnvloedingsmogelijkheden te vergroten. Uw raad wordt hierover periodiek bij de behandeling van de dashboards sociaal domein geïnformeerd.
Op dit moment zijn er ontwikkelingen waarbij gezocht wordt naar een verbetering van het huidige inkoopmodel jeugdhulp. Deze ontwikkeling zit nog in de startfase. Onduidelijk is wat de financiële risico's zijn, wanneer dit inkoopmodel regionaal wordt doorgevoerd. De gemeenteraad wordt hierover in de loop van het jaar over geïnformeerd.
Het financiële risico voor Jeugdhulp zit daarom op dit moment in onverwachte individuele crisishulp van een jongere. Deze kosten kunnen vaak flink oplopen. Om deze crisissituaties op te kunnen vangen houden wij rekening met een bedrag van € 500.000 per jaar, waarvan wij verwachten dat het de kans is dat deze maximaal 1x in de 2 jaren zal kunnen voorkomen.

18

Bijzondere bijstand en minimabeleid
Met ingang van 1 januari 2015 is het merendeel van de regelingen op grond van de categoriale bijzondere bijstand komen te vervallen. Alleen de Regeling Collectieve Zorgverzekering blijft over.  

Bijzondere bijstand en minimabeleid
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar zijn er geen opvallende risico’s voorgevallen met betrekking tot de bijzondere bijstand. Het aantal aanvragen blijven stabiel en daarmee ook de financiën.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Binnen de bijzondere bijstand zien we de laatste jaren een forse toename in de kosten voor bewindvoering. Door gewijzigde wetgeving kunnen mensen met problematische schulden sinds 2014 ook onder bewind gesteld worden door de rechtbank. Sindsdien is er een forse toename in het aantal mensen dat een verzoek tot bewindvoering indient bij de rechtbank. Deze landelijke tendens is ook in Zwartewaterland waarneembaar. Op dit moment zijn we aan het onderzoeken hoe we meer aan de voorkant kunnen komen, zodat we preventief te werk kunnen gaan en kunnen voorkomen dat mensen  problematische schulden opbouwen. Deze preventie kan plaatsvinden in zowel ons minimabeleid als in ons schulddienstverleningsbeleid.
Wat betreft het minimabeleid vindt er een korte evaluatie van onze regelingen plaats. Hiertoe wordt een kapstoknotitie geschreven, die kan leiden tot een meer gerichte inzet van onze middelen.

19

Leerlingenvervoer  
De toetsingskaders die onze gemeente hanteert vloeien voort uit landelijke wet- en regelgeving. Er is nauwelijks beleidsvrijheid. Het aantal aanvragen fluctueert. Dat geldt ook voor de inhoud van de aanvragen. Ritten naar afzonderlijke locaties en/of op afwijkende tijden kunnen leiden tot relatief hoge meerkosten.
Daarnaast heeft ook de prijsontwikkeling in het personenvervoer invloed (bijvoorbeeld stijgende brandstofkosten in het taxivervoer en tariefsverhogingen in het openbaar vervoer). Ook de inkomsten uit eigen bijdragen variëren.

Leerlingenvervoer
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 is het maatwerkvervoer (WMO-vervoer, leerlingenvervoer en jeugdzorgvervoer) samen met de regiogemeenten Europees aanbesteed. Het nieuwe vervoerscontract is per 1 augustus 2019 ingegaan. Tot een reisafstand van 50 km wordt nu een vast bedrag per leerling per maand betaald. Voor vervoer boven de 50 km wordt afgerekend op basis van het werkelijke aantal afgelegde kilometers. De nieuwe tarieven lijken niet gunstig voor onze gemeente uit te pakken. De tarieven in de markt zijn behoorlijk gestegen ten opzichte van de vorige aanbesteding. Tegelijkertijd was er sprake van een stijging van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer. Deze twee factoren hebben geleid tot een forse overschrijding van het budget.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Ook in 2020 moet wederom rekening worden gehouden met een overschrijding. We zien momenteel nog geen daling van het aantal leerlingen. Daarbij komt een forse NEA-prijsindexering van de kosten in het personenvervoer per 1 januari 2020.

Het totale risico wordt ingeschat op een bedrag van € 50.000. Met een kans van voorkomen van 50% gaan we uit van een financieel risico van € 25.000.

Juridisch

20

Planschade
De kans op planschadekosten is klein, omdat waar mogelijk een overeenkomst wordt afgesloten met een externe partij om de planschadekosten te vergoeden. Dit kan in vrijwel alle gevallen. Planschade kan voorkomen bij exploitaties waar we (een deel van) de kosten niet kunnen verhalen. Deze zijn echter doorgaans in de grondexploitatie ingecalculeerd. Gemeenten kunnen beoordelingskosten op planschade-risico’s niet verhalen op derden.

Planschade
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 is één concreet verzoek om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Dit was naar aanleiding van het in 2017 vastgestelde bestemmingsplan De Velde 1 Zwartsluis. Dit verzoek is afgewezen.
In 2019 is met één natuurlijk persoon een planschadeverhaalsovereenkomst afgesloten. Dit was vanwege het bestemmingsplan Kamperzeedijk 6a. Met twee partijen is een anterieure overeenkomst met planschadeverhaal getekend. Dit was voor de projecten Bodewes Hasselt en Knarrenhof Hasselt.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Voor 2020 is de kans op planschadekosten klein, omdat, net als in de voorgaande jaren, waar mogelijk een planschadeverhaalovereenkomst wordt afgesloten. Dit kan in vrijwel alle gevallen. Planschade kan voorkomen bij exploitaties waar we (een deel van) de kosten niet kunnen verhalen. Deze zijn echter doorgaans in de grondexploitatie ingecalculeerd.

21

Bezwaarschriften en andere procedures
Het betreft het vergoeden van de kosten van juridische bijstand aan de tegenpartij, waartoe we verplicht zijn in geval van gegrondheid van het bezwaar/beroep. Gemiddeld gaat het om 5 zaken per jaar.

Bezwaarschriften
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 zijn geen kosten vergoed.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Voor het jaar 2020 is de verwachting dat voor 3 zaken vergoeding van rechtsbijstand moet plaatsvinden,

Het totale risico wordt ingeschat op een bedrag van € 50.000. Met een kans van voorkomen van 30% gaan we uit van een financieel risico van € 15.000

22

Renteontwikkelingen (Treasury)
De marktrente ligt onder de gemeentelijke omslagrente en de herfinanciering van lopende leningen vindt op dit moment nog steeds tegen een lagere rente plaats. Bij een oplopende rente en noodzakelijke herfinanciering, waarbij de marktrente hoger is dan de omslagrente of de rente van de af te lossen lening, kunnen er wel risico's ontstaan. Vanuit treasury wordt getracht altijd een spreiding van deze risico's te realiseren middels het aangaan van een goed onderbouwde vorm van financiering en de looptijd van de financiering. De verwachting voor het komende jaar is dat de rente licht zal gaan stijgen. De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De belangrijkste rentetarieven van de ECB zijn in 2016 niet gewijzigd en bevinden zich nog steeds op een zeer laag niveau. De ECB heeft het opkoopprogramma van obligaties, met als doel het aanjagen van de inflatie, tot september 2018 verlengd.
Het risico dat de rente zal gaan stijgen in de komende jaren bij een aantrekkende economie is beduidend hoger geworden.
Voor Zwartewaterland betekent een stijging van het rentepercentage van 1% een bedrag van ongeveer € 100.000 extra kosten voor herfinanciering van lopende leningen. We schatten in dat de kans op een stijging van de rente ongeveer 50% is.

Renteontwikkeling
Voortgang/realisatie 2019
De marktrente ligt onder de gemeentelijke omslagrente en de herfinanciering van lopende leningen vindt op dit moment nog steeds tegen een lagere rente plaats. Bij een oplopende rente en noodzakelijke herfinanciering, waarbij de marktrente hoger is dan de omslagrente of de rente van de af te lossen lening, kunnen er wel risico's ontstaan. Vanuit treasury wordt getracht altijd een spreiding van deze risico's te realiseren middels het aangaan van een goed onderbouwde vorm van financiering en de looptijd van de financiering. Ondanks de dalende rente in de afgelopen jaren is het, met de komst van een nieuwe voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), de verwachting voor het komende jaar is dat de rente licht stijgt. De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de ECB.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Voor Zwartewaterland betekent een stijging van het rentepercentage van 1% een bedrag van ongeveer € 100.000 extra kosten voor herfinanciering van lopende leningen. We schatten in dat de kans op een stijging van de rente ongeveer 50% is.

Overig

23

Contractbeheer
Het gemeentelijke contractbeheer is in een digitaal contractenboek ondergebracht. In het contractenboek is een functionaliteit ingebouwd waarmee de organisatie een bericht ontvangt als de signaleringsdatum is bereikt. De interne contractverantwoordelijke biedt het contract aan om te registreren en wordt hierop geattendeerd over de signaleringsdatum . Deze contractverantwoordelijke gaat al dan niet tot actie over (verlengen contract, beëindigen contract, nieuwe contractbesprekingen en dergelijke). Het antwoord wordt weer verwerkt in het digitaal contractenboek. De risico’s zijn in beeld en de kans op voorkomen is nihil en acceptabel.

Contractbeheer
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar hebben er geen risico’s voorgedaan m.b.t. contracten.
Het gemeentelijke contractbeheer is in een digitaal contractenboek ondergebracht. In het contractenboek is een functionaliteit ingebouwd waarmee de organisatie een bericht ontvangt als de signaleringsdatum is bereikt. De interne contractverantwoordelijke biedt het contract aan om te registreren en wordt hierop geattendeerd over de signaleringsdatum . Deze contractverantwoordelijke gaat al dan niet tot actie over (verlengen contract, beëindigen contract, nieuwe contractbesprekingen en dergelijke). Het antwoord wordt weer verwerkt in het digitaal contractenboek. De risico’s zijn in beeld en de kans op voorkomen is nihil en acceptabel.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Het komend jaar zal het contractenbeheer verder geprofessionaliseerd worden. Op dit moment loopt een onderzoek naar het onderbrengen van het contractenbeheer bij ONS. ONS heeft de kennis, kunde en capaciteit beschikbaar om hier actief op te sturen.

24

Inkomsten lopende bouwexploitatie
Op basis van een overeenkomst tussen onze gemeente en commerciële partijen hebben we in de begroting rekening gehouden met een jaarlijkse bijdrage per woning uit commerciële bouwexploitaties. Eventuele jaarlijkse tekorten/risico’s komen niet ten laste van de jaarrekening, maar van de exploitatie.

Inkomsten lopen bouwexploitatie
Voortgang/realisatie 2019

Op basis van een overeenkomst tussen onze gemeente en commerciële partijen hebben we in de begroting rekening gehouden met een jaarlijkse bijdrage per woning uit commerciële bouwexploitaties.De afgelopen jaren bleek de uitgifte van woningen door de commerciële partijen veel lager dan begroot en bleken de investeringskosten voor deze gemeente hoger dan begroot. Dit leidt tot een hoger tekort op de bouwexploitatie. In het afgelopen jaar zijn al diverse gesprekken gevoerd tussen de commerciële partijen en de gemeente om dit financiële risico voor zowel partijen als de gemeente in te perken. Dit heeft nog niet geleid tot een oplossing.   

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
De woningnood in Zwartewaterland is hoog. Op korte termijn zal een onderzoek worden gedaan naar de woonbehoefte. De resultaten van dit onderzoek zullen betrokken worden bij het vervolg. Mogelijk dat dit vervolg zowel financiële consequenties op de korte als de lange termijn zal hebben. Bij de behandeling van de Kadernota 2021 en Zomernota 2020 wordt uw raad hierover verder geïnformeerd.   

25

Onderhoud kapitaalgoederen
De paraplunota Kapitaalgoederen is in 2017 door uw raad vastgesteld. Hierin is aangegeven dat het onderhoud van de openbare ruimte op kwaliteitsniveau C plaatsvindt. Alleen het onderhoud van civiele kunstwerken is vastgesteld op kwaliteitsniveau B. De huidige onderhoudsplannen bevatten risico’s, die mogelijk in de toekomst leiden tot incidentele vervangingen, reparaties of onderhoud. Jaarlijks vindt een actualisatie plaats van het uitvoeringsprogramma Werken. Hierin is een planning opgenomen voor het nieuwe jaar met de belangrijkste investeringen binnen het beheer van kapitaalgoederen.
Hieronder hebben we de belangrijkste risico’s binnen onze gemeente in beeld gebracht.
Wegen
Bij onderhoud aan wegen ontstaat risico wanneer er sprake is van extreme omstandigheden. Schade als gevolg van een strenge winter laat zich lastig  voorspellen, omdat hier diverse factoren invloed op hebben, zoals staat van onderhoud, mate van zout strooien en de daadwerkelijke kou. Het financiële risico ligt tussen de € 100.000 en € 500.000 per jaar.  

Kunstwerken
Tijdens een inspectie is achterstallig onderhoud aan kunstwerken geconstateerd. Het geschatte risico ligt rond de € 175.000 structureel per jaar. De inschatting dat deze kosten daadwerkelijk zullen voorkomen ligt rond de 2 jaar.

Riolering
Met de vaststelling van het huidige GRP wordt de reserve gebruikt om de schuldpositie te verminderen. Er is bijna geen reserve meer om grote onverwachte problemen op te vangen. Doordat alle rioleringsobjecten geïnspecteerd zijn weten we echter hoe de onderhoudstoestand is en wordt deze gemonitord. In het beheerssysteem en rapportages wordt dit vastgelegd. Mocht er toch een calamiteit optreden in de grote van € 100.000 tot € 500.000, dan is de reserve niet toereikend. De kans dat dit optreedt is klein. Met kleine onverwachte problemen als verstoppingen van huis- of kolkaansluitingen, ingroei van boomwortels of verstopte rioolpompen is in de exploitatie rekening gehouden. Er is voldoende budget en personeel om deze problemen te verhelpen.

Baggerwerken
Voor baggerwerken zijn structurele voorzieningen in de begroting getroffen, voor een deel met eigen dekking door inkomsten uit heffingen. Risico’s zijn moeilijk in te schatten. Waterbodems met een vervuiling zijn voor het belangrijkste deel gesaneerd. Het risico van vervuiling en overige onvoorziene uitgaven kunnen worden opgevangen binnen het gemeentelijk rioleringsplan.

Gemeentelijke gebouwen
Het accommodatiebeleidsplan, welke door uw raad in 2017 is vastgesteld, zet in op krachtpanden. Krachtpanden zijn beleidsondersteunend, hebben een openbaar karakter en de functies die hierin zitten zijn levensvatbaar en toekomstbestendig. De keuze voor krachtpanden betekent ook dat in sommige gevallen afscheid wordt genomen van panden die niet het label van ‘krachtpand’ dragen. Krachtpanden kunnen gemeentelijke panden zijn, maar ook in bezit van particulieren (bijvoorbeeld ruimten van zorginstellingen of stichtingen). Waar sprake is van een ‘krachtpand’ worden indien nodig maatregelen getroffen om deze panden ook als zodanig te laten functioneren. In de huidige markt is een aantal panden zeer lastig te verkopen. Met de huidige stand van gebouwen die op de nominatie staan om verkocht te worden is het risico voor de gemeentelijke exploitatie begroting € 250.000 per jaar. De inschatting dat deze kosten daadwerkelijk voorkomen, ligt rond de 4 jaar.   

Openbaar groen
In het geval er sprake is van stormschade aan het openbaar groen, worden de extra kosten in deze situaties rond de € 60.000 geschat. Stormschade komt gemiddeld één keer in de drie jaar voor. Er is een toename van de kosten te verwachten wegens de groei van bomen in jonge wijken, de wijziging van weersomstandigheden en de aantasting van bomen door nieuwe boomziekten, zoals Essentaksterfte.

Huur- en pachtbeleid
Door uitvoering van het huur- en pachtbeleid generen we inkomsten.

Onderhoud kapitaalgoederen
Voortgang/realisatie 2019
Uitvoeringsprogramma Werken & Projecten 2019
Door uitvoering te geven aan het Uitvoeringsprogramma Werken & Projecten wordt gestreefd om te voldoen aan de vaststelde kwaliteitsniveaus waardoor de risico’s klein blijven .
Een aantal werken zijn nog niet afgerond van uit het uitvoeringsprogramma 2019 om diverse redenen (staat ook vermeld in het uitvoeringsprogramma 2020).

Enkelen kunnen invloed hebben op risico’s.
1)   De bruggen  met achterstallig onderhoud zijn door de stikstofproblematiek uitgesteld.  In middels zijn de benodigde vergunningen binnen en zal in het voorjaar van 2020 deze bruggen als nog vervangen worden en daarmee is het risico beperkt.
2)   In kader van de financiën zijn een aantal vervangingsprojecten getemporiseerd. Risico hierbij is dat er  meer in het dagelijks onderhoud geïnvesteerd moet worden  om deze betreffende wegen veilig te houden. Deze projecten zijn een jaar doorgeschoven en daarmee zijn de risico’s beperkt.

Openbaar groen
In afgelopen jaar zijn er naast stormschade (juni 2019) ook toenemende problemen met boomziekten en ongedierte (o.a. Eikenprocessierups). Ook de droge zomers van de afgelopen jaren hebben negatieve invloed op de kwaliteit van het openbaar groen. Op dit moment is de financiële impact nog beperkt maar dit kan voor in de toekomst toenemen.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Uitvoeringsprogramma 2020 .
Ook voor 2020 is een uitvoeringsprogramma Werken & Projecten gemaakt die gericht is  op het behoudt van de kwaliteitsniveaus. Op speelplaatsen wordt nu geïnvesteerd zodat daar ook een inhaalslag gemaakt gaat worden waardoor risico beperkt worden.
Ook in 2020 is kader van de financiën (bergotingsopgave) zijn is een  vervangingsproject getemporiseerd. Risico hierbij is dat er  meer in het dagelijks onderhoud geïnvesteerd moet worden  om deze betreffende weg veilig te houden.

Beheerplan Oeverconstructies
Dit beheerplan komt in mei in de raad en dan is de beheertoestand ook in beeld. Momenteel weten wij al wel dat er achterstallig onderhoud is bij de oeverconstructies en vindt in kader van veiligheid monitoring van kades plaats. Het geschatte risico op basis van het huidig achterstallig onderhoud is  € 500.000.  Het beheerplan Oeverconstructies is juist bedoeld om deze risico zoveel mogelijk te beperken.

Het totale risico voor Kapitaalgoederen wordt ingeschat op een bedrag van € 810.000. Met een kans van voorkomen van 50% gaan we uit van een financieel risico van € 405.000.

26

Opbrengsten bouwleges
Voor 2018 hebben we bekeken of we in lijn liggen met de verwachtingen. Dit ligt in lijn. Een doorkijkje naar 2019 maakt dat we verwachten, met de huidige economie, dat begrotingsjaar 2019 ongeveer eenzelfde zal worden als 2018. Wat dat betreft lopen we op dit product geen risico’s en zullen de geprognosticeerde opbrengsten in 2019 “gewoon” binnenkomen.

Opbrengsten bouwleges
Voortgang/realisatie 2019
Uiteindelijk zijn de hoeveelheid aanvragen in de lijn van de verwachtingen. De opbrengsten leges omgevingsvergunningen zijn dit jaar niet gerealiseerd. Het (landelijk) stikstofbeleid staat op dit moment grotere bouwprojecten in de weg. Helaas heeft dit ook binnen onze gemeente zijn uitwerking. De hoeveelheid (kleinere) aanvragen zijn in de lijn van de verwachtingen. De grote projecten zijn (nog) niet ingediend. Dit resulteert in een lagere opbrengst voor de bouwleges dan verwacht van € 340.000.
Voor de berekening van de tarieven en de opbrengsten met betrekking tot de kostendekkendheid maken we gebruik van gewogen gemiddelden over de voorgaande jaren. In de afgelopen jaren werden de begrote opbrengsten ruimschoots gerealiseerd (meer dan 100% kostendekking). Dit jaar zijn de begrote opbrengsten, na een periode van 6 jaar, niet gerealiseerd.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Het stikstofbeleid staat op dit moment grotere bouwprojecten in de weg. Hierdoor is het aannemelijk dat ook in 2020 de begrote opbrengsten niet gerealiseerd worden tenzij hiervoor in 2020 nieuw landelijk beleid wordt doorgevoerd.
Wordt deze opgelost tgv een aantal projecten in Zwartewaterland? Dan liggen er al wat projecten op de plank. Wordt deze niet opgelost dan zullen inderdaad de inkomsten in 2020 achterblijven. Hierover moeten we met elkaar nadenken of hier maatregelen voor te bedenken zijn.
In de begroting wordt altijd het volgende benoemd. Voor een aantal andere categorieën - met name omgevingsvergunningen - geldt dat de onderbouwing van het legestarief gebaseerd is op de gemiddelde inzet van ambtelijke capaciteit en overige kosten.
Bij omgevingsvergunningen geldt bijvoorbeeld dat een groot aantal aanvragen voor relatief kleine bouwwerken leidt tot een lagere legesopbrengst. Bij het bepalen van het gemiddelde houden we ook rekening met een aantal grote(re) bouwwerken, die een hogere legesopbrengst met zich meebrengen.

Het totale risico wordt ingeschat op een bedrag van € 400.000. Met een kans van voorkomen van 50% gaan we uit van een financieel risico van € 200.000.

27

Verzekeringsrisico’s
De vaste activa zijn verzekerd tegen de meest voorkomende gevallen van schade. Daarnaast heeft de gemeente andere verzekeringen voor: Fraude en berovingen, Motorrijtuigen, Aansprakelijkheid (aansprakelijkheidsstelling gemeente), Ongevallen (waar onder verkeersbrigadiers, vrijwilligers en bedrijfshulpverleners), Rechtsbijstand, College beschermingspolis, Verzekering werkmaterieel, Dienstritten, Werkgeversaansprakelijkheid, Bouw- en montage. Tweejaarlijks wordt de gehele verzekeringsportefeuille doorlopen en geactualiseerd.  Het risico van onder- of oververzekering blijft hierdoor beperkt.
De afgelopen jaren zien we wel een flinke stijging van het aantal zaken waarbij de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor de geleden schade door burgers. Het aantal ligt jaarlijks rond de 30 zaken De gemeente is in principe verzekerd voor dit soort claims, maar dient wel bij toekenning van de claim rekening te houden met een eigen risico van € 2.500 per zaak. Met dit eigen risico is niet expliciet rekening gehouden in de gemeentelijke budgetten.   

Verzekeringsrisico’s
Voortgang/realisatie 2019
Het afgelopen jaar hebben zich geen onverwachte risico's voorgedaan, die niet binnen de exploitatie 2019 opgevangen konden worden.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Zie toelichting begroting 2019

Het totale risico wordt ingeschat op een bedrag van € 75.000. Met een kans van voorkomen van 30% gaan we uit van een financieel risico van € 25.000.

28

Specifieke uitkeringen
Gemeenten lopen risico dat door vertraging of onduidelijke administratieve vastlegging gelden vanuit de specifieke uitkeringen terugbetaald moeten worden. Wij trachten dit te voorkomen door het zorgvuldig vastleggen van subsidievoorwaarden en de controle hierop. Dit leidt tot de vaststelling door de gemeenteraad van de SISA-bijlage in de jaarrekening.

Specifieke uitkeringen
Voortgang/realisatie 2019
Geen noemenswaardige risico’s voorgedaan in 2019.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Zie toelichting begroting 2019

29

Automatiseringsbeveiliging
De risico's bestaan uit informatiecriminaliteit zoals hack-pogingen, stroomstoringen of ernstige computerstoringen door brand of iets dergelijks waardoor ICT systemen gedurende uren of dagen niet te gebruiken zijn. Het optreden van een gebeurtenis die, bij het ontbreken van passende maatregelen, duidelijk waarneembare gevolgen (materieel dan wel immaterieel) voor de organisatie heeft, noemen we een calamiteit. Het gaat daarbij om gevolgen zoals vitale informatie die verloren gaat, financiële controle die niet meer mogelijk is, informatie die niet meer beschikbaar is, goederen en diensten die niet geleverd kunnen worden, demotivatie bij medewerkers, chaos en fraude.

Voor wat betreft risico en schade door stroom- en netwerkschade is de financiële impact niet goed te kwantificeren aangezien vrijwel alle werkprocessen binnen het gemeentehuis komen stil komen te liggen. Noodvoorzieningen voor zowel stroom- als netwerkvoorzieningen zijn aanwezig (onder meer dagelijkse back-ups) maar de kosten gaan vooral in gevolgschade zitten doordat werkprocessen zoals subsidieaanvragen en de uitgifte van reisdocumenten geen doorgang kunnen vinden. De kosten komen voort uit de tijdelijke onderbreking van de primaire werkprocessen en besluitvormingsprocessen.

Maatregelen
De gemeente heeft een scala aan ICT beveiligingsmaatregelen getroffen om haar informatie- en automatiseringssystemen te beveiligen tegen aanvallen, storingen en calamiteiten. Denk hierbij aan noodvoorzieningen, back-upsystemen en informatiebeveiligingssystemen. De gemeente doet ook mee aan de landelijke aanbesteding informatiebeveiligingsmaatregelen vanuit VNG en zal informatiebeveiligingsproducten daarvan vanaf 2019 gaan implementeren.

Informatiebeveiliging & continuïteit.
Voortgang/realisatie 2019
Er hebben zich in 2019 geen noemenswaardige problemen voor gedaan op het vlak van informatiebeveiliging.
Qua continuïteit hebbe  zich een aantal aandachtspunten in 2019 voorgedaan:

  • Airconditioning Serverruimte vervangen nav storing. Preventief voor nu dubbel uitgevoerd.
  • UPS is preventief vervangen om datacorruptie te voorkomen
  • Stroomstoring in december, alleen ’s avonds last van ondervonden (raadsvergadering).

Wat betreft voorgenomen maatregelen is er in 2019 het volgende uitgevoerd:

  • Jaarlijkse uitwijktest, succesvol uitgevoerd.
  • Audit (o.a. informatiebeveiliging)

Het implementeren van informatiebeveiligingsproducten vanuit GGI-Veilig is nog niet opgepakt in 2019, in afwachting van de ontwikkeling SSC-ONS, maar tevens vanwege nog lopende contracten.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Test noodvoorzieningen
Phishing test
De risico's bestaan uit informatiecriminaliteit zoals hack-pogingen, Phishing en ransom-ware. Andere risico’s voor de continuïteit van automatisering zijn stroomstoringen of ernstige computerstoringen door bijvoorbeeld brand, waardoor ICT systemen gedurende uren of dagen niet te gebruiken zijn. Het optreden van een gebeurtenis die, bij het ontbreken van passende maatregelen, duidelijk waarneembare gevolgen (materieel dan wel immaterieel) voor de organisatie heeft, noemen we een calamiteit. Het gaat daarbij om gevolgen zoals vitale informatie die verloren gaat, financiële controle die niet meer mogelijk is, informatie die niet meer beschikbaar is, goederen en diensten die niet geleverd kunnen worden, demotivatie bij medewerkers, chaos en fraude.
Voor wat betreft risico en schade door stroom- en netwerkschade is de financiële impact niet goed te kwantificeren, aangezien vrijwel alle werkprocessen binnen het gemeentehuis komen stil komen te liggen. Noodvoorzieningen voor zowel stroom- als netwerkvoorzieningen zijn aanwezig (onder meer dagelijkse back-ups), maar de kosten gaan vooral in gevolgschade zitten, doordat werkprocessen zoals subsidieaanvragen en de uitgifte van reisdocumenten geen doorgang kunnen vinden. De kosten komen voort uit de tijdelijke onderbreking van de primaire werkprocessen en besluitvormingsprocessen.

Maatregelen
De gemeente heeft een scala aan ICT beveiligingsmaatregelen getroffen om haar informatie- en automatiseringssystemen te beveiligen tegen aanvallen, storingen en calamiteiten. Denk hierbij aan noodvoorzieningen, back-upsystemen en informatiebeveiligingssystemen.
Voor 2020 zijn de volgende aanvullende / nieuwe maatregelen beoogd:

  • Test noodvoorzieningen
  • Phishing test
  • Bewustwordingstraject ism Privacy en FG.

30

Crisis- en rampenbestrijding
De provincie Overijssel heeft een risicokaart van Zwartewaterland, die periodiek wordt geactualiseerd. Deze risicokaart biedt de gemeente en haar inwoners de mogelijkheid maatregelen te treffen. Om de operationele slagkracht bij crisissituaties in de responsfase te vergroten, is het van belang snel uitvoering te (kunnen) geven aan het opstarten van processen, inzetten van middelen en het doen van uitgaven zonder last of ruggespraak. De gemeente en andere organisaties nemen preventieve maatregelen om crisissituaties te voorkomen. Dit is echter geen garantie dat crisissituaties zich nooit meer voordoen. In geval van crisis dient direct gehandeld te kunnen worden. In de begroting is hiervoor geen budget opgenomen. De gemeenten in de veiligheidsregio IJsselland hebben gezamenlijk in het Handboek Bevolkingszorg de gemeentelijke processen nader uitgewerkt. In de gevallen waar nodig is er mandaat geregeld, met daaraan een budget gekoppeld, om te trachten de noodzakelijke uitgaven te beheersen. Rampen kunnen zich in allerlei verschijningsvormen voordoen. Dit is een bestuurlijk en financieel risico. Indien nodig worden personeel en materieel ingezet. Dit leidt tot kosten voor onze gemeente. Onze gemeente beschikt over de benodigde rampenbestrijdingsplannen. Communicatie speelt hierbij een cruciale rol.     

Crisis- en rampenbestrijding
Voortgang/realisatie 2019
Iedere vier jaar wordt het regionaal crisisplan ingevolge de Wet veiligheidsregio’s door het algemeen bestuur vastgesteld. In 2019 is het nieuwe crisisplan vastgesteld. Het nieuwe crisisplan volgt de koers van de strategische beleidsagenda 2019 - 2023 en sluit daarmee aan op de (bestaande en nieuwe) risico’s uit het risicoprofiel en beleidsagenda.  Daarnaast omschrijft het nieuwe crisisplan een crisisorganisatie die efficiënt en flexibel is georganiseerd, zich kan aanpassen wanneer de inhoud daarom vraagt, waarin operationele aansturing effectief is georganiseerd en het bestuur maximaal wordt gefaciliteerd.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Zie toelichting begroting 2019
Het crisisplan is eind 2019 vastgesteld. 2020 wordt gebruikt om het crisisplan te implementeren en te verfijnen.

31

Milieu- en bodemverontreiniging
Bij gemeentelijke besluiten lopen wij het risico om bedrijven geluid (of lucht)ruimte toe te kennen die achteraf niet opgelegd had kunnen worden. Het betreft met name oudere vergunningen, waarbij mogelijk klachten over geluid/lucht komen dan wel naar aanleiding van handhaving. Het grootste risico is dat het bedrijf niet meer op die locatie kan functioneren en uitgekocht moet worden. Deze kosten zijn niet te voorzien. Een tweede mogelijkheid is dat er wel voorzieningen mogelijk zijn, maar niet afdwingbaar bij het bedrijf. Deze voorzieningen moeten wij dan als gemeente bekostigen.
Daarnaast zijn er kosten als gevolg van noodzakelijke woningsanering zoals gevelisolatie maatregelen. Dit betreffen maatregelen die noodzakelijk zijn, nadat een geluidwerend gebouw door de gemeente is gesloopt. Het effect is dat de geluidbelasting op de woning toeneemt en boven de voorkeursgrenswaarde uitkomt.
Op basis van de afgelopen 10 jaar is de verwachting dat geluidsrisico’s eens in de vijf jaar kunnen voorkomen. De geschatte kosten zijn, afhankelijk van de saneringsmaatregel, ongeveer € 100.000. Hiervoor is geen dekking in de begroting of verzekering opgenomen.
Bij calamiteiten kan er een bodemverontreiniging ontstaan op gemeentelijk grondgebied. Veelal worden de kosten verhaald op de verzekering van de veroorzaker. Risico is echter dat de dader niet te achterhalen is. Dit speelt bij grondwerkzaamheden, waarbij onverwachts een ernstige verontreiniging wordt aangetroffen. De kosten van een onderzoek naar de verontreiniging en de kosten van het opruimen kunnen variëren van enkele tienduizenden euro's tot een veelvoud daarvan. Op basis van gemeentelijke historie houden we rekening met een financieel risico van € 100.000 voor het onvoorzien en niet in de begroting afgedekte sanering van bodemverontreiniging.
Gemeente Zwartewaterland houdt in zijn begroting voor de afvalstofheffing rekening met jaarlijkse bijdrage vanuit de producenten voor de aanlevering van plastic, metaal en drankenkarton verpakkingen door gemeenten. Dit is een aanzienlijke vergoeding (€ 450.000 p/jr). De vergoeding staat al enige tijd ter discussie en daarom kan hij als gemeentelijke inkomst-risico aangemerkt worden. Momenteel vindt op landelijk niveau overleg plaats tussen gemeenten, afvalverwerkers en de producenten over de wijze en garantie van vergoeding. Een eventueel structureel lagere vergoeding betekent mogelijk een structurele bijstelling naar boven van het afval tarief of een structurele onttrekking van middelen uit de algemene dienst om het huidige tarief zo veel mogelijk te garanderen. We prognosticeren voorlopig een risicobedrag van € 225.000, waarbij we inschatten dat de kans van voorkomen eens in de 2 jaar is.   

Milieu- en bodemverontreiniging
Voortgang/realisatie 2019
De gemeente wordt geconfronteerd met een structureel lagere vergoeding voor afvalfracties, stijging van verwerkingskosten van afvalfracties en een stijging van de afvalstoffenbelasting. Dit betekent in de toekomst mogelijk een structurele bijstelling naar boven van de gemeentelijke afvalstoffenheffing of een structurele onttrekking van middelen uit de algemene dienst om het huidige tarief zo veel mogelijk te garanderen.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Door diverse ontwikkelingen op de markt lijkt de afvalstoffenheffing de komende jaren meer onder druk te komen staan:
- De bestaande raamovereenkomst verpakkingen loopt in 2022 af. De vergoedingen voor verpakkingen worden jaarlijks, achteraf, vastgesteld en kan daarom als gemeentelijke inkomst-risico worden aangemerkt,
- Betrokken partijen zijn continue in onderhandeling over aanpassen en verlengen van de raamovereenkomst. Door nieuwe landelijk gemaakte afspraken over PMD, heeft de gemeente Zwartewaterland ervoor gekozen om vanaf 1 april 2020 alleen nog maar verantwoordelijk te zijn voor de inzameling en aanlevering van het PMD en niet meer voor het verwerken en vermarkten. Hierdoor treden er veranderingen op in het kosten-baten overzicht. Hierbij lopen we minder financieel risico,
- De uitkering van ROVA-dividend loopt terug. De eerste €99.000 gaat naar de algemene middelen, het overige deel van het dividend wordt in de voorziening afval gestort. De voorziening wordt gebruikt om de afvalstoffenheffing op een gelijk niveau te houden. Over enkele jaren is deze voorziening ‘leeg’ en ontstaat er mogelijk een jaarlijks tekort van ongeveer €250.000 op de afvalstoffenheffing. Omgerekend ongeveer €30 per huishouden,
- De afvalstoffenbelasting is in 2019 verhoogd van €13,21 naar €32,12 per ton te storten/verbranden afval en is voor 2020 €32,63. De verwachting is dat deze belasting de komende jaren verder stijgt. Ook de grondslag voor de heffing is verbreed waardoor ook afval dat buiten Nederland wordt gestort of verbrand onder de hogere heffing valt. Door een vrijstelling op deze belasting, verleent aan ROVA, gaan we deze heffing vanaf juli 2021 betalen. Bij 950 ton jaarlijks te verbranden afval komt dit neer op €31.000 aan extra kosten,
- Een Chinees importverbod op 24 recyclebare afvalstromen heeft geleid tot verschuivingen in de afzetmarkt welke een daling in opbrengsten van o.a. papier, textiel en metalen tot gevolg heeft. Hierdoor en door onder andere strengere acceptatiecriteria is de verwachting dat de verwerkingskosten van afvalfracties de aankomende jaren toenemen. De afvalbeheerkosten nemen toe,
- Er lijkt steeds vaker afkeur door verontreiniging plaats te vinden op de GFT- en PMD-fractie. Hierdoor lopen we inkomsten op grondstoffen mis en stijgen de verwerkingskosten voor het verbranden van dit afgekeurde afval.

Het totale risico wordt ingeschat op een bedrag van € 280.000. Met een kans van voorkomen van 50% gaan we uit van een financieel risico van € 140.000.

32

Onderwijs
De betalingen in het kader van de doordecentralisatie huisvesting Agnieten College locatie Zwartsluis vormen een financieel risico voor de gemeente. In de doordecentralisatie-overeenkomst is vastgelegd dat de hoogte van de jaarlijkse bijdrage, die het schoolbestuur van de gemeente ontvangt, deels afhankelijk is van het aantal leerlingen dat de school bezoekt. Voor iedere leerling boven de 475 ontvangt de school een extra bijdrage van € 552. De verwachting ten tijde van het afsluiten van de overeenkomst was dat het leerlingenaantal in 2014 een piek zou hebben bereikt, met een aantal van 598, en daarna langzaam zou gaan afnemen. Vanaf 2025 zou het aantal leerlingen volgens de prognose onder de 475 uitkomen. In de praktijk zien we deze daling nog niet. Momenteel ligt het aantal leerlingen zelfs rond de 650. Bij de besluitvorming rondom de Zomernota 2017 heeft uw raad ingestemd met een structurele ophoging van het budget ten behoeve van de jaarlijkse bijdrage aan de Agnietencollege van € 125.000. Door deze ophoging neemt het huidige risico af tot nihil. Echter een stijging van de inflatie en de leerlingenaantal in de toekomst kan weer tot een verhoging van dit risico leiden. De verwachting van een stijging van het leerlingenaantal aan de Agnietencollege Zwartsluis is op basis van de huidige beschikbare informatie echter beperkt.

Onderwijs
Voortgang/realisatie 2019
In de praktijk zagen we de voorziene daling niet. In werkelijkheid steeg het aantal leerlingen tot boven de 675. Pas de laatste twee jaar zien we een daling van het aantal leerlingen. Momenteel heeft het Agnieten College in Zwartsluis ongeveer 590 leerlingen.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Het risico is via een structurele verhoging van het budget bij de zomernota 2017 afgedekt. Risico’s ‘zijn nog wel een hogere inflatie en het weer stijgen van het aantal leerlingen. Op basis van de huidige prognoses lijkt dit risico zeer klein.

33

Omgevingswet
De invoeringsdatum van de Omgevingswet is naar verwachting 1 januari 2021. Met name in relatie tot het te ontwikkelen Digitaal Stelsel Omgevingswet door het rijk zijn er onzekerheden.
Ook is het bedrag dat uiteindelijk nodig zal zijn voor de invoering en de uitvoering van de Omgevingswet onzeker. Er zal steeds gerichtere informatie beschikbaar komen, waarmee de ramingen aangescherpt kunnen worden. Voorlopig houden wij rekening met een geschat risicobedrag van € 300.000, waarvan wij op dit moment inschatten dat de kans van voorkomen 30% is.

Omgevingswet
Voortgang/realisatie 2019
In 2019 zijn er weer stappen gezet met de verschillende kerninstrumenten van de Omgevingswet:

  • Omgevingsvisie: In het voorjaar zijn er zes Ontmoetingen geweest waarin per deelgebied met geïnteresseerden is gesproken over de hoofdopgaven.
  • Omgevingsplan: In 2019 is een aanvraag gedaan voor een aanwijzing als bestemmingsplan met verbrede reikwijdte (de voorloper van het Omgevingsplan).
  • Omgevingsvergunning: Aan de Omgevingstafel IJsselland worden eens per twee weken in een breed overleg met alle ketenpartners nieuwe initiatieven besproken. Zo wordt ook regionaal steeds meer “in de geest van de Omgevingswet” gewerkt.
  • Omgevingsprogramma’s: Op 28 maart en 6 juni zijn door de gemeenteraad 2 bouwstenen voor de Omgevingsvisie vastgesteld, namelijk over Klimaat en Energietransitie.

Het Digitaal Stelsel:
De Omgevingswet moet er onder andere voor zorgen dat het omgevingsrecht inzichtelijk, voorspelbaar en makkelijk in het gebruik wordt en dat besluitvorming sneller en beter gaat. Om dat voor elkaar te krijgen worden er nieuwe eisen gesteld aan de systemen die gebruikt worden voor het publiceren van plannen, het aanvragen en behandelen van vergunningen en het verstrekken van informatie over wat wel en wat niet mag. Deze informatie uit verschillende systemen komt voor alle overheden samen in één loket. Daarvoor zijn landelijke standaarden nodig, die het Rijk ontwikkelt.  Dat noemen we het digitaal stelsel omgevingswet (DSO).

Gemeenten moeten er samen met hun leveranciers  voor zorgen dat de systemen die zij gebruiken voldoen aan de standaarden. Op een klein aantal na, zijn de meeste standaarden in de tweede helft van 2019 door het Rijk opgeleverd. Op basis daarvan hebben wij als gemeente een inventarisatie gemaakt van de aanpassingen die nodig zijn in onze systemen om met de nieuwe standaarden te kunnen werken. Die inventarisatie is uitgewerkt in een plan van aanpak dat in 2020 wordt uitgevoerd. Waar mogelijk wordt daarbij  in regionaal verband samengewerkt.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Over minder dan een jaar treedt de Omgevingswet in werking. De inschatting van de bestuurlijke partners en de minister is, dat het wenselijk en mogelijk is de Omgevingswet per 1 januari 2021 in werking te laten treden.

Voor de verschillende kerninstrumenten staan de volgende zaken op stapel voor 2020:

  • Vaststelling Omgevingsvisie
  • Vaststelling Plan van aanpak Omgevingsplan
  • Nieuwe Omgevingsvergunning en proces hieromtrent op orde

Digitaal Stelsel Omgevingswet:

  • Aanpassen software voor bestemmings/omgevingsplannen.
  • Aanpassen software voor het behandelen van omgevingsvergunningen.
  • Pilot met buurgemeenten om te werken met toepasbare regels (vragenbomen aan de hand van regelgeving).
  • Archivering van nieuwe vergunningen in aangepaste systemen.

Beschikbaar stellen van bestaande (historische) informatie in nieuwe/aangepaste systemen.

Het totale risico wordt ingeschat op een bedrag van € 300.000. Met een kans van voorkomen van 30% gaan we uit van een financieel risico van € 100.000.

34

Bescherming van persoonsgegevens (Privacy)
Vanaf 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) formeel van kracht en heeft de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) vervangen. De AVG geeft natuurlijke personen meer wettelijke bescherming van het verwerken van hun persoonsgegevens. Ook geeft het deze personen meer rechten op dit vlak, zoals het recht op inzage, wijziging en verwijdering.
Onder de AVG geldt tevens de meldplicht datalekken. Dit houdt in dat de gemeente verplicht is om (potentiële) datalekken te melden aan de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, en in bepaalde gevallen ook aan de betrokkene van wie de gegevens zijn gelekt. Als blijkt dat niet of onvoldoende is voldaan aan de wettelijke meldplicht kan de toezichthouder een boete opleggen tot € 20 miljoen of 4% van de jaarlijkse omzet per overtreding.
Volgens de AVG is er sprake van een datalek als zich een inbreuk voordoet op de beveiligingsmaatregelen, wat leidt tot het per ongeluk, opzettelijk of onrechtmatig vernietigen, verliezen, aanpassen, ongeautoriseerde openbaring van, of toegang tot, persoonsgegevens die overgedragen, bewaard of op een andere manier verwerkt zijn. Voorbeelden van een datalek zijn het verlies van een mobiel apparaat waarop gevoelige persoonsgegevens staan. Maar ook computer hacking of het technische falen van apparatuur kunnen leiden tot een datalek. Een datalek heeft altijd betrekking op persoonsgegevens.
Het risico op datalekken is altijd aanwezig. Met het inrichten en vaststellen van het benodigde beleidskader en het aanstellen van 2 FG's (die ook voor gemeenten Staphorst, Steenwijkerland en Westerveld) werkzaam zijn, voldoen wij in opzet aan de wettelijke verplichtingen rondom de AVG. De komende jaren zal vanuit audits op de werkprocessen blijken in hoeverre de AVG volledig wordt toegepast in alle werkprocessen. In de werkprocessen is werken conform de AVG de norm zoals dat ook in het coalitieakkoord is verwoord. Dat betekent voor ons dat wij bewust omgaan met het gebruiken van persoonsgegevens in werkprocessen, waar dat voor efficiënte of wettelijk verplichte processen in onze organisatie nodig is.

Bescherming van persoonsgegevens (Privacy)
Voortgang/realisatie 2019
De AVG vormt het wettelijk kader waaraan moet worden voldaan bij de verwerking van persoonsgegevens. Op grond van de AVG hebben betrokkenen enkele rechten die zij uit kunnen oefenen, dit zijn onder andere het recht op inzage, verwijdering, correctie en bezwaar.
Onder de AVG geldt tevens de meldplicht datalekken. Dit houdt in dat de gemeente verplicht is om datalekken met een verhoogd risico te melden aan de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, en in bepaalde gevallen ook aan de betrokkene van wie de gegevens zijn gelekt. Als blijkt dat niet of onvoldoende is voldaan aan de wettelijke meldplicht of aan de andere vereisten omtrent het verwerken van persoonsgegevens kan de toezichthouder een boete opleggen van maximaal € 20 miljoen of 4% van de jaarlijkse omzet per overtreding.
Voorbeelden van een datalek zijn het verlies van een mobiel apparaat waarop gevoelige persoonsgegevens staan of het verkeerd versturen van een brief met gevoelige inhoud. Ook internetcriminaliteit of het technische falen van apparatuur kan leiden tot een datalek. Een datalek kan voortvloeien uit externe factoren maar zal in veel gevallen komen door intern menselijk handelen. Het risico op datalekken is altijd aanwezig maar door het hanteren van een procedure voor de behandeling van datalekken, te werken aan bewustwording en het nemen van technische maatregelen wordt dit risico zo veel mogelijk beperkt.
Een zichtbare ontwikkeling is de toename van beveiligingsincidenten en datalekken met een grote impact, gezamenlijk met de steeds groter wordende afhankelijkheid van de systemen en gegevens leidt dit bij voltrekking van dit risico tot steeds meer potentiële schade. Het voorval omtrent de beveiligingsupdates van Citrix begin 2020 is hiervan een goed voorbeeld. Dit type incidenten kunnen leiden tot grote financiële schade, reputatieschade en een beperking van de dienstverlening richting de inwoner.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Met het inrichten en vaststellen van de benodigde beleidskaders, het sluiten van verwerkersovereenkomsten, het registreren (en waar nodig melden) van datalekken, het bijhouden van een verwerkingsregister en het aanstellen van 2 FG's (die ook voor gemeenten Staphorst, Steenwijkerland en Westerveld) werkzaam zijn wordt aan de basisvereisten uit de AVG voldaan.
De komende jaren zal door het doen van Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) op (risicovolle) verwerkingen blijken in hoeverre de AVG wordt toegepast binnen de werkprocessen. Daarnaast worden er waar nodig aanvullende technische preventiemaatregelen getroffen (verplicht vanuit onder meer ENSIA, Baseline Informatiebeveiliging Overheid en IT audit) en wordt vanuit het AVG team verder werk gemaakt van structurele bewustwording en inbedding van de AVG binnen de processen. Dit alles zal niet leiden tot een volledige uitsluiting van de risico’s  op het gebied van privacy en informatiebeveiliging aangezien het niet mogelijk is dit volledig waterdicht te krijgen.

35

Klimaatadaptatie
Voortgang/realisatie 2019
Zwartewaterland ervaart net als andere gemeenten de gevolgen van klimaatverandering zoals wateroverlast en hittestress. Daarnaast heeft Zwartewaterland vanwege haar ligging in de IJssel-Vechtdelta (IJVD) te maken met een hoger overstromingsrisico dan gemeenten buiten de delta’s van rivieren. Overstromingen vinden alleen plaats bij een dijkdoorbraak. De dijken worden op orde gehouden door de waterschappen Wateroverlast zal veel vaker voorkomen dan overstromingen. Langdurige en/of heftige regenval komt nu vaker voor dan vroeger, net als lange droge periodes. Door de verstening van woonwijken en bedrijventerreinen is het risico van wateroverlast (het water kan niet snel weg) èn van droogte en hittestress groter geworden. Door het nemen van maatregelen in de ondergrond èn door waterbestendig te bouwen en meer groen aan te leggen kan de kans op directe schade en vervolgschade worden beperkt.
In IJVD verband zijn de overstromingsrisico’s in de IJsselvecht-delta in beeld gebracht en er zijn mogelijke oplossingen voorgesteld. Om wateroverlast te beperken zijn in onze gemeente al de nodige maatregelen genomen (onder andere in de riolering). Zo zijn in Hasselt zowel het bedrijventerrein als de Rivierboulevard klimaatbestendig heringericht. In onze gemeente is er een gemeentelijke knelpuntenanalyse gedaan voor de 4 klimaatthema’s (warmer, droger, natter en hoger IJsselmeerpeil), die mede als bouwsteen dient voor de omgevingsvisie. Ook is er een stresstest uitgevoerd voor wateroverlast.
Beide analyses bieden inzicht in de meest urgente risico’s en mogelijke oplossingen.
In RIVUS-verband zijn in 2019 stresstesten uitgevoerd die de risico’s en gevolgen van klimaatverandering op regionale schaal in beeld brengen.

Toelichting verwachting 2020 e.v. jaren
Landelijk, regionaal en lokaal staat klimaatbestendigheid en waterveiligheid inmiddels op de agenda. Er zijn meerdere overleg- en samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, provincie, waterschap, veiligheidsregio, ketenpartijen, onderwijsinstellingen en ondernemers actief dit gezamenlijk de situatie in beeld brengen en kennis en ervaring uitwisselen. Hieraan doet onze gemeente vanuit ontwikkeling en beheer volop mee. Ook biedt de Omgevingswet kansen om klimaatadaptatie als ontwikkelings- en beheerprincipe te borgen in visies, plannen en projecten, net als de thema’s energietransitie en circulaire economie. Door deze klimaatambities mee te nemen in ontwikkelings-, herstructureringsopgaven en in onze beheerplannen voor de openbare ruimte zal de gemeente geleidelijk steeds beter toegerust zijn op de klimaatverandering.

Deze pagina is gebouwd op met de export van