In de nota Grondbeleid is vastgelegd op welke wijze risico’s in de grondexploitaties worden bepaald. Bij de jaarlijkse herziening van de grondexploitaties worden drie scenario’s (basisberekening grondexploitatie, midden scenario en worst case scenario) doorgerekend op basis van de specifieke risico’s in de desbetreffende grondexploitatie. Tevens wordt op basis van risico-inschatting bepaald welk van de scenario’s wordt gehanteerd voor de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. Daar waar de risico-inschatting leidt tot het aanhouden van weerstandsvermogen is dat onderstaand weergegeven:
Exploitatie | Inschatting risico t.b.v. risicoreserve | Risicobedrag | Voorziening |
Waterfront | Basisberekening | 75 | 75 |
Kranerweerd | Midden scenario | - | - |
Om de Weede | Basisberekening | - | - |
Agnietenterrein | Basisberekening | - | - |
Knarrenhof | Midden scenario | 9 | - |
Totaal | 84 | 75 |
In bovenstaande tabel is te zien dat het risico van het bedrijventerrein Waterfront in Hasselt gedekt is door de voorziening, maar dat voor de risico's in Knarrenhof een weerstandsvermogen moet worden gevormd. De risico's van het voormalig Agnietenterrein, Om de Weede en Kranerweerd zorgen niet voor een nadelig financieel resultaat, waardoor voor deze projecten geen risicobedrag is opgenomen.
De nota Weerstandsvermogen en risicomanagement geeft aan dat de buffer in de reserve grondexploitatie minimaal 80% van het risicobedrag moet zijn. Gezien de stand van de reserve grondbedrijf, is de reserve grondbedrijf van voldoende niveau om de risico's op te vangen.
In het vervolg van deze paragraaf wordt voor de grondexploitaties geschetst wat de stand van zaken is, welke verwachting wij hebben voor de komende jaren en welke strategische keuzes wij binnen de ontwikkeling maken.